Onderzoek heeft aangetoond dat alpenhommels een opmerkelijk vermogen hebben om op hoogtes te vliegen die zelfs hoger liggen dan de top van de Mount Everest
Wetenschappers Michael Dillon en Robert Dudley voerden experimenten uit met bijen uit de Chinese provincie Sichuan, waar deze insecten vaak op meer dan 3.000 meter hoogte leven. Door gebruik te maken van een speciale drukkamer die de omstandigheden van grote hoogte nabootst, ontdekten ze dat sommige bijen in staat waren om te vliegen op een hoogte van maar liefst 9.000 meter. Dit is een indrukwekkende prestatie, vooral gezien de lage zuurstofconcentratie en de ijle lucht op zulke hoogtes.
Om te begrijpen hoe deze bijen dit konden bereiken, filmden de onderzoekers hun bewegingen met hogesnelheidscamera’s en bestudeerden ze de vleugelslagen. Tot hun verbazing ontdekten ze dat de bijen hun vleugels niet sneller sloegen, maar juist bredere en diepere bewegingen maakten. Hierdoor konden ze meer lucht per slag vangen, wat hen in staat stelde om meer lift te genereren.
Deze aanpassing kan van groot belang zijn voor hun overleving in hun natuurlijke omgeving, aangezien ze hiermee sneller kunnen ontsnappen aan roofdieren en efficiënt nectar kunnen vervoeren. Er blijft echter een belangrijke vraag over: hoe behouden deze energieke insecten hun hoge stofwisseling met zo weinig zuurstof? Dillon en Dudley zijn van plan verder onderzoek te doen naar de fysiologische mechanismen achter deze uitzonderlijke vliegcapaciteiten.
