Het leven van de familie Wesenberg werd compleet veranderd door de tragische verdrinking van hun zoon, Ted, in hun zwembad
Paul en Linda hadden grote moeite om hun verdriet te verwerken, wat leidde tot een snelle achteruitgang van hun relatie. Hun overgebleven zoon, Clark, raakte verstrikt in hun eindeloze ruzies en voelde zich steeds meer verwaarloosd en ongewenst. Terwijl zijn ouders elkaar de schuld gaven van Teds dood, ontstond er een vijandige en chaotische sfeer in huis.
Op een avond, toen hij niet meer wist wat te doen, besloot Clark naar Teds graf te gaan. Daar, op het kerkhof, huilde hij om zijn broer en uitte zijn diepe gemis. Terwijl hij daar in zijn eentje zat, werd hij benaderd door een groep tieners in zwarte gewaden die bezig leken te zijn met een mysterieus ritueel. Toen de situatie dreigde uit de hand te lopen, kwam een man genaamd Mr. Bowen, die bekend was met de begraafplaats, tussenbeide en zorgde ervoor dat de spanning verdween. Hij nam Clark mee naar zijn huisje en luisterde geduldig naar zijn zorgen.
Mr. Bowen deelde zijn eigen ervaringen van verlies en gaf Clark advies over het belang van verzoening met zijn ouders. Hij vertelde hem hoe het verlies van zijn eigen dierbaren zijn leven had beïnvloed en moedigde Clark aan geduldig te zijn met zijn ouders, die ook hun eigen verdriet hadden. Na de tijd die hij met Mr. Bowen doorbracht, begon Clark te begrijpen dat zijn ouders nog steeds van hem hielden, ondanks hun eigen strijd, en besloot hij naar huis terug te keren.
Toen Clark thuiskwam, waren Linda en Paul diep berouwvol over hun gedrag. Ze verontschuldigden zich en omhelsden hem, vastbesloten om samen als gezin te genezen. Met de steun van Mr. Bowen en hun wederzijdse liefde voor Clark begonnen de Wesenbergs hun leven opnieuw op te bouwen, met hoop en genezing in het vooruitzicht, ondanks hun tragische verlies.