De schoondochter en zoon zetten de oude man op straat, maar een onbekend wezen gaf hem hoop…

De schoondochter en zoon zetten de oude man op straat, maar een onbekend wezen gaf hem hoop…

Op een koude winterdag werd de oude man, Piotr, uit zijn eigen huis gezet door zijn zoon en schoondochter. Zijn baard was bedekt met rijp en zijn vingers verstijfd van de kou, toen plotseling iets warms zijn wang raakte…​

Iwan zat op een met sneeuw bedekte bank in een park ergens onder Rjazan, trillend van de snijdende wind. De sneeuwstorm huilde als een woedende beer, sneeuwvlokken prikten in zijn ogen en de nacht leek een eindeloze zwarte afgrond. Hij staarde in de leegte, niet in staat te begrijpen hoe het mogelijk was dat hij, een man die zijn hele leven dit huis had gebouwd, nu hier zat, weggegooid als een onnodig voorwerp.​

Nog die ochtend stond hij in de vertrouwde muren die hij kende als zijn eigen vijf vingers. Maar zijn zoon, Dmitri, keek hem met een kille blik aan, alsof hij een vreemde was, geen vader.​

— Vader, het is te krap met Alena, zei hij onverschillig. Je bent al oud, het is beter als je naar een verzorgingstehuis gaat of een kamer huurt. Je hebt toch pensioen…​

Alena, zijn schoondochter, knikte zwijgend, alsof ze het over iets vanzelfsprekends hadden.​

— Maar… dit is mijn huis… fluisterde Iwan, en zijn stem trilde niet van de kou, maar van de bitterheid die zijn hart verscheurde.​

— Je hebt alles zelf op mij overgeschreven, haalde Dmitri zijn schouders op. De documenten zijn getekend, pa.​

En toen begreep Iwan — hij had niets meer.​

Hij ging niet in discussie. Trots of hopeloosheid — iets dwong hem zich om te draaien en weg te gaan, zijn hele leven achter zich latend.​

Nu zat hij in de duisternis, gewikkeld in een versleten bontjas. Zijn gedachten waren verward: hoe was het mogelijk dat hij zijn zoon had grootgebracht, alles had gegeven, en nu overbodig was geworden? De kou drong tot in zijn botten, maar de pijn in zijn ziel brandde feller.​

En plotseling voelde hij een aanraking.​

Een zachte, ruwe poot legde zich op zijn verstijfde vingers.​

Voor hem stond een hond — groot, harig, met slimme, bijna menselijke ogen. Ze keek Iwan aandachtig aan, en toen duwde ze haar natte neus tegen zijn handpalm, alsof ze zei: “Wees niet bang”.​

— Van waar kom jij, held? fluisterde de oude man, terwijl hij de brok in zijn keel onderdrukte.​

De hond kwispelde met haar staart en trok voorzichtig met haar tanden aan de mouw van zijn jas.​

— Wat is er? vroeg Iwan verbaasd, maar zijn stem was al niet meer doordrenkt van hopeloosheid.​

De hond bleef trekken, en de oude man, diep zuchtend, besloot haar te volgen. Wat had hij te verliezen?​

Ze liepen door enkele met sneeuw bedekte steegjes, totdat voor hen een poort van een klein huis openging. Op de drempel stond een vrouw met een donsachtige sjaal om haar hoofd.​

— Bars! Waar ben je geweest, schavuit?! begon ze, maar toen ze de rillende oude man zag, verstomde ze. Mijn God… Gaat het wel met u?​

Iwan wilde zeggen dat alles in orde was, maar in plaats van woorden kwam er alleen een schorre geluid uit zijn keel.​

— U bent helemaal blauw van de kou! Kom snel binnen! zei ze, greep hem bij de arm en trok hem bijna gewelddadig het huis binnen.​

Iwan kwam bij bewustzijn in een warme kamer. De lucht was doordrongen van de geur van vers brood en frambozenjam. Hij begreep niet meteen waar hij was, maar de warmte verspreidde zich door zijn lichaam en verdrong de ijzige angst.​

— Bent u wakker? klonk een zachte stem.​

Hij keek op. De vrouw die hem die nacht had gered, stond in de deuropening met een aardewerken pot in haar handen.​

— Mijn naam is Galina, glimlachte ze. En u?​

— Iwan…​

— Nou, Iwan, haar ogen werden warmer, mijn Bars brengt zelden iemand naar huis

Rating
( No ratings yet )
Like this post? Please share to your friends:
Leave a Reply

;-) :| :x :twisted: :smile: :shock: :sad: :roll: :razz: :oops: :o :mrgreen: :lol: :idea: :grin: :evil: :cry: :cool: :arrow: :???: :?: :!: